Ref. Object : |
|
Title: |
Restauratie van de eeuw S/Y Lulworth in ere hersteld |
Magazine: |
Top Nautic |
Issue: |
- |
Year: |
2006 |
Attachment (pdf/doc): |
|
More Info: |
Link »»  |
De Lulworth werd in 1920 door de gebroeders White in Southampton gebouwd, naar een ontwerp van Herbert White. Volgens de "international rule" is de Lulworth een jacht uit de 23 meter klasse, de "Big Class". Tussen 1920 en 1930 voer de Lulworth in deze klasse, en wel met groot succes. Een klasse die bestond uit een aantal zeer beroemde jachten, waaronder de Britannia, van de Engelse koning. Evenals de Britannia waren ook de Westward, Shamrock, Astra, Candida en Cambria jachten die destijds furore maakten. Alleen de drie laatstgenoemde jachten bestaan nog. Van de oorspronkelijke Westward is de Eleonora een replica welke in Nederlands bezit is. Naar alle waarschijnlijkheid is de Lulworth -na de Britannia- het meest succesvolle wedstrijdjacht uit die periode. Begin 2006 werd de vijf jaar durende restauratie voltooid. Een restauratie die rond de 15 miljoen euro heeft gekost en waarin men erin geslaagd is de Lulworth in nagenoeg authentieke staat terug te brengen.
In het midden van de jaren negentig startte Johan van den Bruele zijn zoektocht naar een klassiek zeiljacht dat nog in goede conditie was. Als projectontwikkelaar stond Van den Bruele aan de wieg van meer dan honderd bedrijfspanden. Het hoofdkantoor van CapGemini, Nesl?, het GAK, Thomas Cook, Beerenschot en Generali zijn voorbeelden van kantoren welke het succes van Van den Bruele als ontwikkelaar illustreren. Met de verkoop van zijn bedrijf aan de BAM, nu zo'n zes jaar geleden, was Van den Bruele voornemens het wat rustiger aan te gaan doen. Met de restauratie van eerst de Iduna en nu de Lulworth, lijkt van "het wat rustiger aan doen" weinig terecht gekomen te zijn. Door zijn haast onwaarschijnlijk grote passie voor de klassieke schoonheid van zeiljachten en zijn uitmuntende organisatievermogen is er door zijn toedoen veel maritiem erfgoed in oude glorie hersteld.
Op 24 september 1999, drie dagen nadat Van den Bruele in Zuid-Frankrijk de Iduna had gekocht, zeilde Giuseppe Longo het jacht naar Viareggio. Hier, aan de Versillian Rivi?ra in Itali?, worden al eeuwenlang boten gebouwd. Heden ten dage zijn er nog steeds veel bekende werven gevestigd, zoals Benetti, Perini en San Lorenzo. In de vele smalle straten achter het havengebied bevinden zich talrijke en zeer specifieke maritieme toeleveranciers die nodig zijn om een groot restauratieproject te ondersteunen. Johan van den Bruele huurde er een stuk grond, plaatste een portocabin en het begin van de nu al legendarische werf Classic Yard Darsena was een feit. Doordat de algehele staat van de Iduna veel slechter bleek te zijn dan vooraf was ingeschat, werd de restauratie van dit jacht een veel groter en tijdrovender project dan was voorzien. Een project, dat met Giuseppe Longo als projectleider, op haast onnavolgbare wijze werd uitgevoerd. Tijdens de Navalis Boatshow in Venetie, op 8 mei 2003, werd de Iduna onderscheiden met de Yacht Digest Magazine Award voor het beste restauratieproject. Deze onderscheiding vormde de kroon op het werk van Van den Bruele en de mensen die er vol overtuiging aan hadden meegewerkt.
Tijdens de restauratie van de Iduna raakte Johan van den Bruele in gesprek met Ugo en Stefano Faggioni, twee Italiaanse architecten die het tekenwerk voor de Iduna uitvoerden.
Op uitnodiging van dit tweetal bezocht Van den Bruele de wereldberoemde werf Beconcini. Niet alleen beroemde klassiekers als de Astra, Candida en de Croce del Sud bleken hier te liggen, maar ook het wrak van de Lulworth stond al jarenlang eenzaam en verlaten op het terrein van de werf. Voor Johan van den Bruele was de Lulworth op dat moment nog een relatief onbekende naam, maar Stefano Faggioni sprak zo emotioneel en gedreven over dit jacht dat Van den Bruele ge?nteresseerd raakte in de achtergronden van het jacht en voorzichtig drong het tot hem door wat voor mogelijkheden hier lagen. Het meest typerende is misschien wel het feit dat Van den Bruele op dat moment nog in volle gang was met de restauratie van de Iduna, notabene zijn eerste project op het gebied van scheepsrestauratie. Het zegt veel, zo niet alles over de ondernemerszin van deze man.
De Lulworth was een van de laatste nog te restaureren grote klassiekers en een van de overgebleven jachten uit "The Big Class". Van den Bruele kwam hoe langer hoe meer onder de indruk, maar de definitieve doorslag vormde de inhoud van een loods op het terrein van de Beconcini-werf. In deze loods bleken -bedekt onder een dikke laag stof- veel authentieke onderdelen van de Lulworth te zijn opgeslagen. Het dekbeslag, het originele stuurrad en nagenoeg het gehele interieur was er keurig opgeborgen. Een paar maanden, en vele onderhandelingen verder, nadat Van den Bruele de Lulworth voor de eerste keer had gezien, kon hij zich de nieuwe eigenaar noemen van dit schip. Een klassiek jacht van naam, maar al vele decennia compleet verwaarloosd en al meer dan tien jaar blootgesteld aan weer en wind op de werf van Beconcini.
Het is uniek hoe Johan van den Bruele erin slaagde de eigenaar te worden van de Lulworth. Het schip bleek al bijna twaalf jaar lang het onderwerp te zijn van een juridische strijd. Een aantal aspirant kopers van over de hele wereld, heeft -zonder succes- pogingen ondernomen de eigenaar ervan te worden. Samen met Giuseppe Longo, manager van de Classic Yacht Darsena werf, lukte het Van den Bruele, ondanks de Italiaanse bureaucratie, om eigenaar te worden van een klassiek jacht met een bijzondere en rijke historie. Op dat moment echter niet veel meer dan een wrak.
Het is moeilijk voor te stellen hoe de beelden eruit gezien moeten hebben toen tientallen jaren geleden de "big boats" het tegen elkaar opnamen in de regatta's voor de Engelse kust. Fotograferende pioniers als Beken of Cowes hebben de opwindende beelden destijds weten vast te leggen en deze stellen ons nu in staat een indruk te krijgen van de adembenemende manoeuvres van de "Big Class" in die tijd.
De Lulworth is 46,3 meter lang en is het grootste gaffelgetuigde zeiljacht ter wereld en een van de meest succesvolle Big Class Cutters die ooit zijn gebouwd. Ze wist maar liefst 114 prijzen in de wacht te slepen gedurende haar glansrijke carri?re in de jaren twintig van de vorige eeuw. Met de introductie van de nieuwe J-Classregels kwam een einde aan de dominantie van de Gaffelgetuigde Cutters op het wedstrijdtoneel. De Lulworth verdween uit het oog van het publiek en er kwam een einde aan een episode van zeilhistorie.
In 1947 werd de Lulworth van de ondergang gered door Richard en Irene Lucas. De volgende vier decennia lag de Lulworth vast verankerd in de modder van de rivier de Hamble en werd zij gebruikt als woonhuis. Met veel hulp van mevrouw Lucas, die nog in leven is, is een groot deel van de Lulworth-historie achterhaald. Juist de geschiedenis van het schip is voor Johan van den Bruele van eminent belang. Hij hecht waarde aan authenticiteit en voelt zich verantwoordelijk het jacht in de oorspronkelijke staat terug te brengen.
Waarschijnlijk is nog nooit een restauratie van een zeiljacht uitgevoerd dat de omvang van het Lulworthproject evenaart. Op de werf in Viareggio komen vakmensen uit niet minder dan zestien landen samen om zij aan zij met locale bedrijven te werken aan een van de meest fameuze zeiljachten aller tijden. Johan van den Bruele houdt van puurheid en is er trots op een aandeel te hebben in het behoud van dit maritiem erfgoed. Natuurlijk had hij met de restauratie van de Iduna veel ervaring opgedaan, maar het herstel van de Lulworth in alle glorie was van een geheel andere orde. Met behulp van ge?nspireerde mensen is zoveel mogelijk van de Lulworth-historie achterhaald. Het maritiem museum in Greenwich stelde gratis alle bouwtekeningen beschikbaar. De makelaar die het schip in 1990 had verkocht bleek nog belangrijke spullen van de Lulworth in zijn bezit te hebben. Vijf dozen met al het oorspronkelijke zilverwerk, de originele lampen, kast- en ladehendels, deurkrukken en scharnieren vormden de inhoud van de dozen.
Van den Bruele koos er niet voor om enkel de basis van de Lulworth in de oorspronkelijke staat terug te brengen en de rest van het jacht door toepassing van nieuwe materialen en componenten aan te passen aan de normen en standaarden van vandaag. Hij besloot voor een veel complexere en arbeidsintensievere restauratie. Alle onderdelen, groot en klein, werden gerestaureerd, geconserveerd en opnieuw gemonteerd. Circa 60% van de gehele constructie, de spanten, van de Lulworth bleken intact, de overige zijn met de grootste zorgvuldigheid nieuw vervaardigd en geplaatst.
Van het dek equipment, waaronder het complete dekhuis, was nog 59% aanwezig en kon na grondige restauratie opnieuw worden geplaatst. Het is verbazingwekkend dat van het interieur nog 70% intact was. Echter, alle delen waren zwaar aangetast en zijn stukje voor stukje gerestaureerd en teruggeplaatst. Voor de overige en "nieuw' te vervaardigen delen zijn kosten nog moeite gespaard. Om de ontbrekende delen van het interieur te kunnen maken is nagenoeg de hele wereld afgereisd om mahoniehout te vinden dat het originele zo dicht mogelijk benaderde. Dit werd uiteindelijk in Engeland gevonden. Het bleek een partij te zijn uit 1960.
Toen het hout ook nog over de juiste kleur bleek te beschikken kon er weer een stuk van het scheepsinterieur in alle authenticiteit worden hersteld. Een bekende legger van teakdekken uit Nieuw-Zeeland meldde zich toen hij hoorde over het Lulworth project. Het was voor hem een eer om aan dit project te mogen meewerken. Dit is slechts ??n voorbeeld van de passie, spirit en gedrevenheid die Johan van den Bruele op veel mensen heeft weten over te brengen. Nederland mag trots zijn op deze bijzondere ondernemer die zijn liefde voor klassieke jachten op deze manier wil manifesteren. Europees maritiem erfgoed in alle glorie hersteld!
Johan van den Bruele heeft enorm veel tijd en geld ge?nvesteerd in de restauratie van de Lulworth en deelt de informatie graag met u.
««  Back to Press Review List